RIJSSEN-HOLTEN – Netbeheerders zijn sinds 1 juli niet meer verplicht nieuwe huizen en gebouwen aan te sluiten op het gasnet. Dat is een eerste belangrijke stap in de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie. Het College van Burgemeester en Wethouders kan beslissen om een uitzondering te maken op deze nieuwe wet. Er zijn daarvoor wel een aantal voorwaarden.
De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat stelden de uitzonderingen vast.
Uitzonderingen op nieuwe gaswet
Sommige uitzonderingen zijn tijdelijk van kracht – tot 1 januari 2019 en sommigen zijn structureel. Een voorbeeld van een tijdelijke uitzondering is wanneer aardgasvrije nieuwsbouw leidt tot een woningtekort, omdat de nieuwbouw daardoor niet snel genoeg kan worden opgeleverd.
Een voorbeeld van een structurele uitzondering is dat als gasaansluitingen in nieuwbouw het aardgasvrij maken van een bestaande buurt financieel haalbaar maken. Dan geldt wel dat nieuwbouw en bestaande wijk binnen vijf jaar weer van het gas af moeten zijn.
Ook als het technisch onmogelijk is om een gebouw gasvrij te bouwen, mag het alsnog worden aangesloten. De realisatie van het bouwwerk moet dan wel ‘een zwaarwegende reden van algemeen belang’ hebben.
Verbieden gasaansluitingen
De Gaswet bepaalt ook dat het College van B&W nieuwe gasaansluitingen mag verbieden in een gebied waar een warmtenet of een andere duurzame energiebron aanwezig is. In die gebieden is vaak al wel bebouwing en een gasdistributienet aanwezig, maar er mogen dan toch geen nieuwe aansluitingen meer worden gerealiseerd. Dat heeft bijvoorbeeld gevolgen bij woningsplitsing.